caidan

Posts tonen met het label wederkomst van de Heer Jezus. Alle posts tonen
Posts tonen met het label wederkomst van de Heer Jezus. Alle posts tonen

17 september, 2019

Woorden over de openbaring van het werk van het Tijdperk van Genade

(II) Woorden over de openbaring van het werk van het Tijdperk van Genade

22. Jezus verpersoonlijkt al het werk van het Tijdperk van Genade: Hij was geïncarneerd in het vlees en aan het kruis genageld en Hij heeft tevens het Tijdperk van Genade ingeluid. Hij werd aan het kruis genageld om het verlossingswerk te voltooien, het werk van de Wet te beëindigen en het Tijdperk van Genade te beginnen. Hij wordt daarom de ‘Hoogste Gebieder’, het ‘Zondoffer’ en de ‘Verlosser’ genoemd. Zijn werk verschilde dus inhoudelijk van het werk van Jehova, ofschoon beide in principe hetzelfde zijn. Jehova begon het Tijdperk van de Wet, vestigde de thuisbasis, dat wil zeggen, het beginpunt van Zijn werk op aarde. Daarnaast vaardigde Hij de Geboden uit. Deze twee verrichtingen vertegenwoordigen het Tijdperk van de Wet. Jezus’ werk in het Tijdperk van Genade bestond in beginsel niet uit het uitvaardigen van geboden, maar uit het vervullen van de Geboden, om daarmee het Tijdperk van Genade in te luiden en het Tijdperk van de Wet te beëindigen dat tweeduizend jaar had geduurd. Hij was de wegbereider die kwam om het Tijdperk van Genade te beginnen, hoewel verlossing het hoofdbestanddeel van Zijn werk was. En zo waren Zijn verrichtingen eveneens tweeledig: een nieuw tijdperk inluiden en het verlossingswerk voltooien door Zijn kruisiging. Daarna ging Hij heen. Op dat moment eindigde het Tijdperk van de Wet en ging de mensheid het Tijdperk van Verlossing binnen.

uit ‘Het ware verhaal achter het werk van het Tijdperk van Verlossing’ in ‘Het Woord verschijnt in het vlees’

 de Heer Jezus - "De Kerk van Almachtige God"

23. Het werk dat Jezus verrichtte, was afgestemd op de noden van de mensheid in dit nieuwe tijdperk. Het was Zijn taak het menselijke geslacht te verlossen door vergeving van zonden. Zijn gezindheid was geheel en al nederigheid, geduld, liefde, vroomheid, verdraagzaamheid, genade, en goedertierenheid. Hij zegende de mensheid rijkelijk, bracht hen genade in overvloed en gaf hun alle dingen waaruit zij plezier en vreugde konden putten.