caidan

18 augustus, 2018

De tweede uitspraak

Na het ondernemen van de nieuwe aanpak, zal er een nieuwe fase in mijn werk aanbreken. Zoals het in het koninkrijk gaat, zal ik rechtstreeks dingen door goddelijkheid doen, leidend in het hele proces, nauwkeurig tot in het kleinste detail en volkomen vrij van elke vervuiling door menselijke bedoelingen. Het volgende laat de manieren van de feitelijke praktijk zien: door middel van ontberingen en raffinering heeft men de titel 'mensen' verdiend en omdat zij de mensen van mijn koninkrijk zijn, moet ik ze houden aan strenge voorwaarden, die strikter zijn dan mijn werkwijzen voor eerdere generaties. 

Het gaat niet alleen om de werkelijkheid van woorden, maar nog belangrijker is de werkelijkheid van de praktijk en deze moet eerst worden bereikt. Zowel in woord als daad moeten de mensen voldoen aan de normen die gesteld zijn aan het volk van het koninkrijk en iedere overtreder zal onmiddellijk worden verwijderd om schande aan mijn naam te voorkomen. Degenen die onwetend zijn en niet helder kunnen zien en het niet kunnen begrijpen, vormen een uitzondering. In het opbouwen van mijn koninkrijk, moet je letten op de woorden die ik spreek en ze eten en drinken, mijn wijsheid begrijpen en mijn werk ondersteunen. Degenen die woorden van een boek, dat niet van mij is, tot zich neemt, is voor mij werkelijk ongewenst; dit is als een hoer die mij ongehoorzaam is. Als apostel moet je niet te lang thuisblijven. Ik zal afstand nemen van degene die dit wel doet en ik zal hem niet langer inzetten. Ik dwing hem niet. Omdat apostelen niet lang thuisblijven, zullen ze door lange periodes in de kerk door te brengen worden geschoold. Van elke twee samenkomsten van de kerk moeten apostelen tenminste één keer deelnemen. Samenkomsten tussen collega's moeten dus regelmatig gehouden worden (samenkomsten tussen collega's omvatten: alle samenkomsten tussen apostelen, alle samenkomsten tussen kerkleiders en alle samenkomsten voor heiligen die een duidelijk begripsvermogen hebben). Ten minste sommigen van jullie apostelen moeten elke samenkomst bijwonen waarbij jullie alleen maar toekijken en over de kerken waken. De voorwaarden die eerder aan heiligen werden gesteld, zijn grondiger geworden. Degenen die delicten hebben gepleegd voordat ik ze getuige heb laten zijn van mijn naam, zal ik nog steeds, vanwege hun toewijding aan mij gebruiken, nadat ik ze heb getest. Echter, degenen die nogmaals na mijn getuigenis een overtreding begaan en vastbesloten zijn om opnieuw te beginnen; dergelijke mensen zullen alleen in de kerk blijven. Toch kunnen ze niet onvoorzichtig en baldadig zijn, maar moeten meer beperkt worden dan anderen. Mijn Geest zal diegenen onverwijld verlaten, die niet hun manier van leven veranderen nadat ik mijn stem heb laten horen en de kerk zal het recht hebben om mijn oordeel uit te voeren en hen de kerk te laten verlaten. Dit is onvoorwaardelijk en er is geen enkele ruimte voor onderhandeling. Als iemand de beproeving niet doorstaat, dat wil zeggen, hij vertrekt, mag niemand die persoon meer enige aandacht schenken, om te voorkomen dat hij mij beproeft en daarmee Satan toestaat de kerk in waanzin binnen te gaan. Dit is mijn oordeel over hem. Degenen die onrecht doen en daden verrichten op basis van hun emoties, zullen ook niet worden gerekend tot mijn mensen, niet enkel degene die overliep. Een andere taak van de apostelen is om zich te concentreren op het verspreiden van het evangelie. Natuurlijk kunnen heiligen dit werk ook doen, maar ze moeten het op een wijze manier doen en zich ervan weerhouden om problemen te veroorzaken. Bovenstaande beschrijft de huidige gang van zaken. Ook moeten jullie je eraan herinneren dat jullie aandacht moeten besteden aan het diepgaander maken van jullie preken, zodat iedereen de werkelijkheid van mijn woorden tot zich kan nemen. Jullie moeten mijn woorden nauwgezet volgen en ervoor zorgen dat alle mensen ze duidelijk en ondubbelzinnig kunnen begrijpen. Dit is het allerbelangrijkste. Degenen onder mijn volk die gedachten van verraad koesteren, moeten worden verdreven en mogen niet lang in mijn huis blijven, opdat zij mijn naam niet beledigen. 21 februari, 1992

Geen opmerkingen:

Een reactie posten