caidan

30 augustus, 2019

Het mysterie van de vleeswording (1)

de Heer Jezus -- <De Kerk van Almachtige God>

Het mysterie van de vleeswording (1)

...

Almachtige God zegt: Johannes werd geboren volgens een belofte, zoals Izaäk werd geboren als zoon van Abraham. Hij bereidde de weg voor Jezus en deed veel werk, maar hij was God niet. Hij was veeleer een van de profeten, want hij bereidde slechts de weg voor Jezus. Johannes’ werk was ook belangrijk: Jezus begon Zijn werk immers pas officieel nadat hij de weg had bereid. In essentie arbeidde hij gewoon voor Jezus en stond het werk dat hij deed in dienst van het werk van Jezus.

 Nadat hij de weg had bereid, begon Jezus Zijn werk, werk dat nieuwer, concreter en gedetailleerder was. Johannes deed slechts het eerste deel van het werk; Jezus deed het grootste deel van het nieuwe werk. Johannes deed ook wel nieuw werk, maar hij luidde niet een nieuw tijdperk in. Johannes werd geboren volgens een belofte en de engel gaf hem zijn naam. Sommigen wilden hem destijds naar zijn vader Zacharia noemen, maar zijn moeder sprak zich uit: “Dit kind kan die naam niet krijgen. Hij moet Johannes heten.” Dit was allemaal in opdracht van de Heilige Geest. Waarom werd Johannes in dat geval niet God genoemd? Jezus kreeg Zijn naam ook in opdracht van de Heilige Geest, Hij werd geboren uit de Heilige Geest en werd beloofd door de Heilige Geest. Jezus was God, Christus en de Zoon des mensen. Maar het werk van Johannes was ook belangrijk, waarom werd hij dan niet God genoemd? Wat was het verschil tussen het werk dat Jezus deed en het werk dat Johannes deed? Was de enige reden dat Johannes de weg voor Jezus bereidde? Of omdat dit door God was voorbestemd? Hoewel Johannes ook zei: “Jullie moeten je bekeren, want het koninkrijk van de hemel is nabij” en hij eveneens het evangelie van het koninkrijk van de hemel predikte, ontwikkelde zijn werk zich niet verder en vormde het slechts een begin. Jezus, daarentegen, luidde een nieuw tijdperk in en sloot het oude tijdperk af, maar Hij vervulde tevens de wet van het Oude Testament. Het werk dat Hij deed, was groter dan dat van Johannes en bovendien kwam Hij om de hele mensheid te verlossen – Hij volbracht die fase van het werk. Johannes bereidde slechts de weg. Hoewel zijn werk belangrijk was, zijn woorden veel waren en de discipelen die hem volgden talrijk, bracht zijn werk de mensen alleen een nieuw begin. Mensen kregen van hem nooit leven, de weg of diepere waarheden, evenmin kregen mensen door hem inzicht in de wil van God. Johannes van een groot profeet (Elia) die baanbrekend werk deed voor Jezus’ werk en de uitverkorenen voorbereidde; hij was de voorloper van het Tijdperk van Genade. Dergelijk zaken zijn niet zomaar te onderscheiden aan hun normale menselijke verschijningen. Dit geldt nog meer aangezien Johannes’ werk best aanzienlijk was en bovendien door de Heilige Geest beloofd was en door de Heilige Geest werd gesteund. Gezien dit feit kan men alleen door het werk dat ze doen onderscheid maken tussen hun respectieve identiteit, want men kan iemands wezen niet aflezen aan zijn uiterlijke verschijning, noch kan de mens vaststellen wat het getuigenis van de Heilige Geest is. Het werk dat Johannes deed en het werk dat Jezus deed, waren niet hetzelfde en hadden zelfs een ander karakter. Hieruit kan men opmaken of hij God is of niet. Het werk van Jezus was initiëren, voortgaan, afronden en tot bloei brengen. Hij voerde deze stappen allemaal uit, terwijl het werk van Johannes slechts een begin maakte. In het begin verspreidde Jezus het evangelie en predikte Hij de weg van bekering, daarna doopte Hij mensen, genas Hij de zieken en wierp Hij demonen uit. Uiteindelijk verloste Hij de mensheid van zonde en voltooide Hij Zijn werk voor het hele tijdperk. Hij trok ook in elke plaats rond, predikte daarbij tot de mensen en verspreidde het evangelie van het koninkrijk van de hemel. In dit opzicht leken Hij en Johannes op elkaar, met het verschil dat Jezus een nieuw tijdperk inluidde en het Tijdperk van Genade voor de mens introduceerde. Uit Zijn mond kwam het woord over wat de mens in praktijk moest doen en de weg die de mens diende te volgen in het Tijdperk van Genade, en uiteindelijk volbracht Hij het verlossingswerk. Johannes had dit werk nooit kunnen uitvoeren. En dus was het Jezus die het werk van God Zelf deed, is Hij is het die God Zelf is en Hij vertegenwoordigt God rechtstreeks. De mens is van mening dat allen die volgens een belofte geboren worden, uit de Geest geboren worden, door de Heilige Geest worden gesteund en nieuwe wegen openen God zijn. Volgens deze redenering zou Johannes ook God zijn, en Mozes, Abraham en David … ook zij zouden allemaal God zijn. Is dit geen volmaakt lachertje?

Vóór Zijn bediening was Jezus ook slechts een gewone man die handelde overeenkomstig wat de Heilige Geest ook maar deed. Of Hij Zich toen nu wel of niet bewust was van Zijn eigen identiteit, Hij gehoorzaamde alles wat van God kwam. De Heilige Geest onthulde Zijn identiteit niet voordat Zijn bediening begon. Pas nadat Hij Zijn bediening begon, schafte Hij die regels en die wetten af, en pas nadat Hij Zijn bediening officieel ter hand nam, kregen Zijn woorden volop gezag en kracht. Pas nadat Hij Zijn bediening oppakte, begon Zijn werk om een nieuw tijdperk voort te brengen. Daarvóór bleef de Heilige Geest 29 jaar in Hem verborgen, waarbij Hij slechts een mens vertegenwoordigde zonder de identiteit van God. Gods werk begon ermee dat Hij werkte en Zijn bediening uitoefende, Hij deed Zijn werk volgens Zijn innerlijke plan zonder acht te slaan op hoeveel de mens van Hem wist, en het werk dat Hij deed, was de rechtstreekse vertegenwoordiging van God Zelf. Jezus vroeg destijds aan de mensen om Hem heen: “Wie zeggen jullie dat ik ben?” Zij antwoordden: “U bent de grootste profeet en onze voortreffelijke heelmeester.” En sommigen antwoordden: “U bent onze hogepriester.” … Er werden allerlei antwoorden gegeven, sommigen zeiden zelfs dat Hij Johannes was, dat Hij Elia was. Jezus wendde Zich toen tot Simon Petrus en vroeg hem: “Wie zeg jij dat ik ben?” Petrus antwoordde: “U bent de Christus, de Zoon van de levende God.” Vanaf dat moment gingen de mensen beseffen dat Hij God was. Toen Zijn identiteit bekend werd gemaakt, besefte Petrus dat als eerste en klonk het ook uit zijn mond. Toen verklaarde Jezus: “Wat je zei, werd niet door vlees en bloed geopenbaard, maar door mijn Vader.” Na Zijn doop, of anderen dat nu wisten of niet, was het werk dat Hij deed namens God. Hij kwam om Zijn werk uit te voeren, niet om Zijn identiteit te onthullen. Pas nadat Petrus erover sprak, werd Zijn identiteit openlijk bekend onder de mensen. Of je wel of niet besefte dat Hij God Zelf was, Hij begon Zijn werk toen de tijd aanbrak. En of je daar nu wel of niet van op de hoogte was, Hij ging door met Zijn werk zoals voorheen. Zelfs als je het ontkende, zou Hij Zijn werk doen en het uitvoeren wanneer de tijd daarvoor aanbrak. Hij kwam om Zijn werk te doen en Zijn bediening uit te voeren, niet opdat mensen Zijn vlees zouden kennen, maar opdat mensen Zijn werk konden ontvangen. Als je niet inziet dat de fase van het werk vandaag het werk van God Zelf is, komt dat omdat je geen visie hebt. Toch kun je deze fase van het werk niet ontkennen; je gebrek aan inzicht erin bewijst niet dat de Heilige Geest niet werkt of dat Zijn werk verkeerd is. Er zijn zelfs mensen die het werk van vandaag afzetten tegen het werk van Jezus in de Bijbel en bij enige inconsistenties deze fase van het werk ontkennen. Is dit niet de daad van iemand die verblind is? Wat er in de Bijbel is opgetekend, is beperkt; dat kan het gehele werk van God niet vertegenwoordigen. De vier evangeliën bestaan in totaal uit nog geen honderd hoofdstukken, waarin een beperkt aantal gebeurtenissen is geschreven, zoals Jezus die de vijgenboom vervloekt, Petrus die de Heer drie keer verloochent, Jezus die na Zijn kruisiging en opstanding aan de discipelen verschijnt, leringen over vasten, leringen over gebed, leringen over echtscheiding, de geboorte en het geslachtsregister van Jezus, Jezus’ aanstelling van de discipelen enzovoort. Mensen waarderen ze echter als schatten en beoordelen het werk van vandaag zelfs aan de hand ervan. Ze geloven zelfs dat al het werk dat Jezus in Zijn leven deed maar tot zover strekte, alsof God maar zoveel kon doen en verder niets. Is dit niet absurd?

De tijd die Jezus op aarde had, was 33 en een half jaar, dat wil zeggen, Hij leefde 33 en een half jaar op aarde. Slechts drie en een half jaar van die tijd besteedde Hij aan Zijn bediening; de rest leidde Hij gewoon een normaal mensenleven. In het begin woonde Hij de diensten in de synagoge bij en hoorde Hij daar de priesters de Schriften uitleggen en tot anderen prediken. Hij deed veel kennis op van de Bijbel: Hij werd niet met die kennis geboren, en verkreeg die alleen maar door te lezen en te luisteren. Er staat duidelijk in de Bijbel dat Hij als twaalfjarige vragen stelde aan de leraren in de synagoge: wat waren de profetieën van de profeten van weleer? Hoe zat het met de wetten van Mozes? Het Oude Testament? En hoe zat het met de mens die God in priestergewaden in de tempel dient? … Hij stelde veel vragen, want Hij had geen kennis en begrip. Hij was weliswaar ontvangen door de Heilige Geest, maar gewoon als normaal mens geboren; ondanks bepaalde speciale eigenschappen die Hij had, was Hij toch een normaal mens. Zijn wijsheid nam voortdurend toe naarmate Hij qua gestalte en in leeftijd toenam, en Hij doorliep de fases van een normaal mensenleven. Mensen stellen zich voor dat Jezus geen kindertijd of tienertijd heeft gekend; Hij begon het leven van een dertigjarige man te leiden zodra Hij geboren werd en Hij werd gekruisigd bij het volbrengen van Zijn werk. Hij doorliep waarschijnlijk niet de fases in het leven van een normaal mens; Hij at niet met andere mensen en ging niet met ze om, en mensen konden maar moeilijk een glimp van Hem opvangen. Hij was waarschijnlijk zo afwijkend dat het mensen die Hem zagen zou afschrikken, want Hij is God. Mensen geloven dat God die in het vlees komt zeker niet zo leeft als een normale mens; ze geloven dat Hij schoon is zonder Zijn tanden te hoeven poetsen of Zijn gezicht te wassen, want Hij is een heilige persoon. Zij dit geen pure denkbeelden van de mens? De Bijbel geeft geen beschrijving van het leven van Jezus als mens, alleen van Zijn werk, maar dit bewijst niet dat Hij geen normale menselijkheid had of dat Hij geen normaal mensenleven leidde vóór Zijn dertigste. Hij begon Zijn werk officieel op de leeftijd van 29 jaar, maar je kunt Zijn hele leven als mens vóór die leeftijd niet afschrijven. De Bijbel heeft die periode gewoon uit de boeken weggelaten; het ging om het leven van een normaal mens en niet om de periode van Zijn goddelijke werk, daarom was er geen noodzaak om het op te schrijven. Want vóór de doop van Jezus werkte de Heilige Geest niet rechtstreeks, maar stond Hij Hem in Zijn leven als normaal mens bij tot de dag waarop Jezus Zijn bediening aanving. Hoewel Hij de vleesgeworden God was, onderging Hij het proces van volwassen worden als een normaal mens. Dit proces van volwassen worden, werd uit de Bijbel weggelaten. Het werd weggelaten omdat het geen grote bijdrage kon leveren aan de groei in het leven van de mens. De periode vóór Zijn doop was een verborgen periode, waarin Hij geen tekenen en wonderen verrichtte. Pas na de doop van Jezus begon Hij al het verlossingswerk voor de mensheid, werk dat uiterst overvloedig was in genade, in waarheid, in liefde en in barmhartigheid. Het begin van dit werk viel ook precies samen met het begin van het Tijdperk van Genade; daarom werd het opgetekend en doorgegeven tot op de dag van vandaag toe. Het was om een uitweg te openen en alles tot bloei te brengen voor de mensen in het Tijdperk van Genade, om het pad van het Tijdperk van Genade en het pad van het kruis te betreden. Hoewel het uit door de mens opgetekende geschriften komt, berust alles op feiten, behalve dat er hier en daar wat kleine fouten te vinden zijn. Desondanks kan men niet zeggen dat deze verslagen onwaar zijn. De dingen berusten geheel op feiten, alleen bij het opschrijven ervan heeft men fouten gemaakt. Sommigen zullen zich afvragen hoe Jezus als normaal en gewoon mens in staat was om tekenen en wonderen te verrichten. De veertig dagen van verleiding die Jezus meemaakte, is een wonderbaarlijk teken, iets wat een normaal mens niet zou kunnen volbrengen. Zijn veertig dagen van verleiding was volgens de werking van de Heilige Geest; hoe kan men dan zeggen dat er niets bovennatuurlijks in Hem schuilt? Zijn vermogen om tekenen en wonderen te verrichten, bewijst niet dat Hij een bovenaards mens en geen gewoon mens was; het is gewoon zo dat de Heilige Geest in een normaal mens zoals Hij werkte, waardoor Hij wonderen kon verrichten en een nog groter werk kon doen. Vóór Jezus’ bediening, of zoals de Bijbel zegt, voordat de Geest op Hem neerdaalde, was Jezus slechts een normaal mens en geenszins bovennatuurlijk. Toen de Heilige Geest op Hem neerdaalde, dat wil zeggen toen Hij Zijn bediening ter hand nam, werd Hij vervuld met het bovennatuurlijke. Zo gaat de mens geloven dat Gods geïncarneerde vlees geen normale menselijkheid heeft en bovendien onterecht denken dat de vleesgeworden God geen menselijkheid heeft. Zeker, wanneer God op aarde komt, zijn Zijn werk en alles wat de mens van Hem ziet bovennatuurlijk. Wat je met je ogen ziet en wat je met je oren hoort, is allemaal bovennatuurlijk, want Zijn werk en Zijn woorden zijn voor de mens onbegrijpelijk en ongrijpbaar. Als iets vanuit de hemel naar de aarde wordt gebracht, hoe kan het dan niet bovennatuurlijk zijn? Wanneer de mysteries van het koninkrijk van de hemel naar de aarde worden gebracht, mysteries die voor de mens onbegrijpelijk en onvoorstelbaar zijn, die te wonderlijk en wijs zijn – zijn die niet allemaal bovennatuurlijk? Je moet echter weten dat alles, hoe bovennatuurlijk ook, wordt uitgevoerd binnen Zijn normale menselijkheid. Gods geïncarneerde vlees is volop menselijk; anders zou Hij niet Gods geïncarneerde vlees zijn. Jezus verrichte talloze wonderen in Zijn tijd. Wat de Israëlieten in die tijd zagen, was vol bovennatuurlijke dingen; zij zagen engelen en boodschappers, en hoorden de stem van Jehova. Waren die niet allemaal bovennatuurlijk? Er zijn tegenwoordig zeker enkele boze geesten die werken door bovennatuurlijke dingen om de mens te misleiden; dat is niets anders dan imitatie van hun kant, om de mens te misleiden met werk dat momenteel niet door de Heilige Geest wordt gedaan. Veel boze geesten imiteren de werking van wonderen en de genezing van ziekten; dit is niets anders dan het werk van de boze geesten, want de Heilige Geest doet dergelijk werk tegenwoordig niet meer. Allen die het werk van de Heilige Geest vanaf die tijd hebben geïmiteerd – zij zijn waarlijk boze geesten. Al het werk dat in die tijd in Israël werd uitgevoerd, was werk van bovennatuurlijke aard, alleen werkt de Heilige Geest nu niet op die manier en is Satan de aanstichter van meer van dit werk, is Satan de storende factor en komt het van boze geesten. Maar je kunt niet zeggen dat alles wat bovennatuurlijk is van boze geesten komt – dit hangt af van het tijdperk van Gods werk. Overweeg het werk dat de vleesgeworden God in deze tijd doet: welk aspect ervan is niet bovennatuurlijk? Zijn woorden zijn onbegrijpelijk en ongrijpbaar voor je, en geen mens kan het werk doen dat Hij doet. De mens kan geenszins begrijpen wat Hij begrijpt en de mens weet niet waar Zijn kennis vandaan komt. Sommige mensen zeggen: “Ik ben ook zo gewoon net als u dat bent, maar hoe kan het dan dat ik niet weet wat u weet? Ik ben ouder en meer ervaren, hoe kunt u dan weten wat ik niet weet?” Dit is allemaal iets wat voor de mens altijd onbereikbaar blijft. Er zijn ook mensen die zeggen: “Niemand weet van het werk dat in Israël werd uitgevoerd; hoe weet u dat dan wel? Zelfs uitleggers van de Bijbel hebben geen verklaring; hoe weet u dat dan wel?” Zijn al die zaken niet bovennatuurlijk? Hij is geen wonderen tegengekomen, toch weet Hij alles en komt het woord met het grootste gemak tot Hem. Is dit niet bovennatuurlijk? Zijn werk overstijgt dat wat het vlees kan bewerkstelligen. Het is ongrijpbaar voor de gedachten van een mens met een lichaam van vlees en totaal onvoorstelbaar voor het redeneringsvermogen van de mens. Hij heeft de Bijbel nooit gelezen en toch begrijpt Hij het werk van God in Israël. En hoewel Hij op de aarde staat terwijl Hij spreekt, spreekt Hij van de mysteries van de derde hemel. Wanneer een mens deze woorden leest, bekruipt hem dit gevoel: “Is dit niet de taal van de derde hemel?” Zijn dit niet allemaal zaken die buiten het bereik van een normaal mens liggen? Toen Jezus destijds veertig dagen vastte, was dat niet bovennatuurlijk? Als je zegt dat veertig dagen vasten in alle gevallen bovennatuurlijk is, een daad van boze geesten, heb je Jezus dan niet veroordeeld? Jezus was vóór Zijn bediening een normaal mens. Hij ging ook naar school, hoe had Hij anders kunnen leren lezen en schrijven? Toen God vlees werd, was de Heilige Geest in het vlees verborgen. Hij was echter een gewoon mens, daarom wat het nodig dat Hij een groeiproces en ontwikkeling tot volwassenheid doormaakte. Pas toen Zijn cognitieve vermogen tot wasdom was gekomen en Hij dingen kon onderscheiden, kon Hij als een normaal mens worden beschouwd. Pas nadat Zijn menselijkheid ontwikkeld was, kon Hij Zijn bediening ter hand nemen. Hoe kon Hij Zijn bediening ter hand nemen terwijl Zijn normale menselijkheid nog niet ontwikkeld was en Zijn redeneringsvermogen nog ontoereikend? Hij kon toch zeker niet op zes- of zevenjarige leeftijd Zijn bediening al ter hand nemen! Waarom manifesteerde God Zich niet openlijk toen Hij voor het eerst vlees werd? Dat kwam omdat de menselijkheid van Zijn vlees nog niet tot wasdom was gekomen; Hij was nog niet volledig in het bezit van de cognitieve processen van Zijn vlees en evenmin van de normale menselijkheid van dit vlees. Daarom was het absoluut noodzakelijk dat Hij de normale menselijkheid en het gezonde verstand van een normaal mens had – tot op het punt dat Hij voldoende ontwikkeld was om Zijn werk in het vlees ter hand te nemen – voordat Hij Zijn werk kon beginnen. Als Hij niet tegen de taak was opgewassen, had Hij nog verder moeten groeien en tot wasdom komen. Was Jezus Zijn werk op zeven- of achtjarige leeftijd begonnen, zouden mensen Hem dan niet als een wonderkind hebben beschouwd? Zouden alle mensen Hem dan niet als kind hebben gezien? Wie zou Hem dan overtuigend hebben gevonden? Een kind van zeven of acht dat niet boven het spreekgestoelte uitkwam waar Hij achter stond – was Hij geschikt om te prediken? Voordat Zijn normale menselijkheid tot wasdom kwam, was Hij niet tegen de taak opgewassen. Wat betreft Zijn nog niet tot wasdom gekomen menselijkheid, was een groot deel van het werk gewoonweg ongrijpbaar. Het werk van Gods Geest in het vlees wordt ook bestuurd door zijn eigen principes. Pas wanneer Hij over de normale menselijkheid beschikt, kan Hij het werk ter hand nemen en de opdracht van de Vader uitvoeren. Pas dan kan Hij Zijn werk beginnen. In Zijn kindertijd kon Jezus gewoon niet echt iets begrijpen over veel van wat er in vroegere tijden was gebeurd. Hij verkreeg dat inzicht alleen door de leraren in de synagoge vragen te stellen. Was Hij Zijn werk begonnen zodra Hij leerde praten, hoe zou Hij dan geen fouten hebben kunnen maken? Hoe kan God misstappen begaan? Daarom begon Hij Zijn werk pas nadat Hij in staat was om te werken; Hij verrichtte geen werk totdat Hij volledig capabel was om het te doen. Jezus was op 29-jarige leeftijd al behoorlijk volwassen en Zijn menselijkheid was voldoende ontwikkeld om het werk ter hand te nemen dat Hij kwam doen. Pas toen begon de Heilige Geest, na dertig jaar verborgen te zijn geweest, Zichzelf te openbaren en begon de Geest van God officieel in Hem te werken. Rond die tijd had Johannes zeven jaar lang de weg voor Hem bereid, en werd hij in de gevangenis geworpen nadat hij zijn werk had voltooid. De last viel toen geheel op Jezus’ schouders. Als Hij dit werk op de leeftijd van 21 of 22 ter hand had genomen, op een moment dat Zijn menselijkheid nog niet helemaal ontwikkeld was, toen Hij nog maar net een jongvolwassene was geworden en Hij vele dingen nog niet begreep, zou Hij niet in staat zijn geweest om het werk op zich te nemen. Johannes had zijn werk destijds al enige tijd uitgevoerd voordat Jezus Zijn werk begon; tegen die tijd was Hij al van middelbare leeftijd. Op die leeftijd was Zijn normale menselijkheid voldoende ontwikkeld om het werk ter hand te nemen dat Hem te doen stond. Nu heeft de vleesgeworden God ook een normale menselijkheid en is deze menselijkheid, hoewel verre van volwassen vergeleken bij jullie, al voldoende ontwikkeld om Zijn werk ter hand te nemen. De omstandigheden rondom het werk van vandaag zijn niet helemaal gelijk aan die in de tijd van Jezus. Waarom koos Jezus de twaalf discipelen? Dat was allemaal ter ondersteuning van en in lijn met Zijn werk. Aan de ene kant was het om het fundament te leggen voor Zijn werk in die tijd, maar aan de andere kant ook om hetzelfde te doen voor Zijn werk in de toekomst. In overeenstemming met het werk in die tijd was het Jezus’ wil om de twaalf discipelen te kiezen, omdat het de wil van God Zelf was. Hij geloofde dat Hij de twaalf discipelen moest kiezen en ze daarna moest leiden om in elke plaats te prediken. Maar vandaag is hier geen noodzaak toe onder jullie! Wanneer de vleesgeworden God in het vlees werkt, zijn er vele principes en vele zaken die de mens simpelweg niet begrijpt; de mens gebruikt steevast zijn eigen opvattingen om het de maat te nemen of om buitensporige eisen aan God te stellen. Toch zijn veel mensen tot op de dag van vandaag zich niet bewust dat hun kennis uitsluitend bestaat uit hun eigen opvattingen. In welk tijdperk of welke plaats God ook vlees wordt, de principes voor Zijn werk in het vlees blijven onveranderlijk. Hij kan geen vlees worden en het vlees dan in Zijn werk ontstijgen; Hij kan al helemaal geen vlees worden en dan niet gaan werken binnen de normale menselijkheid van het vlees. Anders zou Gods vleeswording niets te betekenen hebben en zou het vleesgeworden Woord volkomen inhoudsloos worden. Bovendien weet alleen de Vader in de hemel (de Geest) van Gods vleeswording en niemand anders, zelfs niet het vlees Zelf of de boodschappers van de hemel. Met dit feit is Gods werk in het vlees zeker normaal en kan het nog beter aantonen dat het Woord inderdaad vlees is geworden, en dat het vlees een gewoon en normaal mens betekent.

Sommigen vragen zich misschien af: waarom moet het tijdperk door God Zelf worden ingeluid? Kan een schepsel Zijn plaats niet innemen? Jullie zijn allemaal op de hoogte dat God vlees wordt met het uitdrukkelijke doel om een nieuw tijdperk in te luiden en uiteraard sluit Hij bij het inluiden van een nieuw tijdperk het voorgaande tijdperk meteen af. God is het begin en het einde; Hij zet Zijn werk Zelf in beweging en dus moet Hij ook Zelf het voorgaande tijdperk afsluiten. Dat is het bewijs dat Hij Satan verslaat en de wereld overwint. Telkens wanneer Hij Zelf onder de mensen werkt, is dat het begin van een nieuwe strijd. Zonder het begin van nieuw werk zou het oude werk uiteraard niet ten einde lopen. En wanneer het oude werk niet wordt afgerond, is dat bewijs dat de strijd met Satan nog voleindigd moet worden. Alleen als God Zelf komt en nieuw werk onder de mensen uitvoert, kan de mens zich volledig uit de greep van Satan losrukken en een nieuw leven en nieuw begin krijgen. Anders zal de mens voor altijd in het oude tijdperk leven en voor altijd onder de oude invloed van Satan leven. Met elk tijdperk onder leiding van God wordt een deel van de mensheid verlost en zo gaat de mens voort samen met het werk van God naar het nieuwe tijdperk. De overwinning van God betekent een overwinning voor allen die Hem volgen. Als het geschapen mensenras de opdracht kreeg om het tijdperk af te sluiten, zou dit vanuit het gezichtspunt van de mens of van Satan niet meer zijn dan een daad van opstand of verraad tegen God, niet een daad van gehoorzaamheid aan God, en zou het werk van de mens een hulpmiddel worden voor Satan. Alleen als de mens God gehoorzaamt en volgt in een tijdperk dat God Zelf heeft ingeluid, kan Satan volledig overtuigd worden, want dat is de plicht van een schepsel. En dus zeg ik dat jullie alleen hoeven te volgen en te gehoorzamen, meer wordt er van jullie niet vereist. Dit betekent het dat ieder zich van zijn taak kwijt en ieder zijn respectieve functie uitoefent. God doet Zijn eigen werk en heeft geen mensen nodig om dat in Zijn plaats te doen, evenmin neemt Hij deel aan het werk van schepsels. De mens vervult zijn eigen plicht en neemt niet deel aan het werk van God. Alleen dit is gehoorzaamheid en bewijs van Satans nederlaag. Nadat God het nieuwe tijdperk Zelf heeft ingeluid, daalt Hij niet meer neer om Zelf onder de mensen te werken. Pas dan betreedt de mens het nieuwe tijdperk officieel om zijn plicht te vervullen en zijn opdracht als schepsel uit te voeren. Dit zijn de principes die het werk besturen, die niemand mag overtreden. Alleen werken op deze manier is zinvol en redelijk. Het werk van God moet door God Zelf worden gedaan. Hij zet Zijn werk in beweging en Hij voleindigt Zijn werk. Hij plant het werk en Hij bestuurt het, en bovendien brengt Hij het werk tot bloei. Zoals in de Bijbel staat: “Ik ben het Begin en het Einde; ik ben de Zaaier en de Maaier.” Alles wat met het werk van Zijn management te maken heeft, doet God Zelf. Hij heerst over het managementplan van zesduizend jaar; niemand kan Zijn werk in Zijn plaats doen en niemand kan Zijn werk voltooien, want Hij houdt alles in Zijn hand. Hij heeft de wereld geschapen en zal de hele wereld leiden om in Zijn licht te leven. Hij zal ook het hele tijdperk afsluiten en Zijn hele plan zo tot bloei brengen!

De bijbeltekst is ontleend aan de Nieuwe Bijbelvertaling © 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap.

uit ‘De Kerk van Almachtige God’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten